waterloop
Langgerekt waterdeel in de vorm van een sloot, rivier, kanaal, enz.
onderdeel
107927066107927069107927071107927077107927082107927083107927084107927086107927087107927089107927092107927093107927096107927097107927104107927105107927113107927114107927120107927122107927125107927128107927129107927130107927131107927134Pekelingsche Sprink107927139107927140107927141107927145107927147107927148107927149107927152107927153107927154107927155107927159107927164
extra type
waterloop
Langgerekt waterdeel in de vorm van een sloot, rivier, kanaal, enz.
type
aanmerking
Langgerekt waterdeel in de vorm van een sloot, rivier, kanaal, enz.
@nl
label
waterloop
@nl
definitie
Langgerekt waterdeel in de vorm van een sloot, rivier, kanaal, enz.
@nl
voorkeurslabel
waterloop
@nl
scope opmerking
Inwinningscriteria
Als waterloop worden beschouwd:
- Beek (natuurlijke waterloop, ontstaan uit een bron).
- Boezem (het geheel aan stilstaande, gemeen liggende, doch van het buitenwater afgesloten plassen, kanalen, tochten en sloten, waarop het overtollige water uit lager gelegen polders wordt uitgeslagen. Karakteristiek hierbij is dat het waterniveau hoger is dan het naastliggende maaiveldniveau).
- Gracht (gegraven geul).
- Kanaal (een ten behoeve van de waterbeheersing of scheepvaart gegraven geul).
- Kreek (klein, smal, niet gegraven water, dikwijls een inham van een zee, ook wel een overblijfsel van een overstroming). Worden gegeneraliseerd aangegeven.
- Natte sloot (sloot waar het grootste gedeelte van het jaar water in staat).
- Rivier (natuurlijke waterloop).
- Sprang / Sprank / Spreng (sloot of kanaal in zandgrond tot verzameling van het in de bodem aanwezige water t.b.v. de drinkwatervoorziening).
- Vaart (kanaal, gegraven waterweg).
- Vistrap (omleiding bij een stuw of een deel van een waterloop zodanig ingericht dat vissen stroomopwaarts kunnen passeren).
- Wijk (sloot of kanaal in veenkoloniaal gebied).