Gebouw
class
extra type
Gebouw
type
aanmerking
isDefinedBy
label
subklasse van
definitie
voorkeurslabel
scope opmerking
Inwinningscriteria
Met ingang van april 2020 is het muteren van gebouwen in de BRT gebaseerd op mutaties in de Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG). Alle mutaties die in de BAG plaatsvinden worden in enigszins gegeneraliseerde vorm overgenomen in de BRT. Als peildatum voor de BAG-mutaties is hierbij 1 juni gebruikt, omdat dit het beste aansluit bij de luchtfoto’s waarmee de andere elementen in de BRT worden bijgewerkt.
Een gebouw moet een permanent karakter hebben en bedoeld zijn voor verblijf, handel, verkeer en/of arbeid.
De orthogonale projectie van de uiterste buitenrand inclusief carports en passages (overbouwing van een weg reikend van gebouw tot gebouw, enkel bestaand uit een al dan niet licht doorlatend dak), exclusief luifels, op onderliggend terrein, wegen of water wordt opgenomen. Een stationsoverkapping wordt ingewonnenn als gebouw, een overkapping van alleen een perron op een station wordt niet opgenomen. Bebouwing boven (hoge) poorten maakt onderdeel uit van de opgaande bebouwing. Bebouwing, geheel of gedeeltelijk gelegen over een ander object, wordt als bebouwing aangegeven.
De minimumgrootte voor een gebouwvlak is 9 m².
Gebouwen, gelegen onder de projectie van andere gebouwen wordt niet opgenomen. Is echter een deel van het gebouw wel zichtbaar dan wordt het gehele gebouw op basis van interpretatie zo goed mogelijk aangegeven waarbij het gebouwdeel gelegen onder het object een hoogteniveau kleiner dan nul krijgt.
Twee stukken bebouwing worden samengevoegd indien de afstand tussen de orthogonale projecties 2 meter of minder bedraagt, behalve als er tussen de gebouwen een weg of water voorkomt en als de gebouwen in verschillende rijen van bebouwing staan, gezien vanaf de ontsluitingsweg.
Uitbouwsels tot plm. 3x3 meter en luifels worden verwaarloosd. Inspringingen tot plm. 3x3 meter worden aangegeven als onderdeel van de bebouwing. Een loopgang of loopbrug wordt als onderdeel van het gebouw opgenomen indien deze 3 meter of breder is. Bij openingen groter dan plm. 3 meter wordt het hierdoor ontsloten binnenterrein wel gegeven, waarna een nieuwe afweging gemaakt wordt of er sprake is van een gebouw dan wel een bebouwd oppervlak.
Een open gedeelte binnen bebouwing (waarbij loopgangen buiten beschouwing worden gelaten), niet direct bereikbaar vanaf de openbare weg, kleiner dan ongeveer 1000 m² wordt niet opgenomen. Deze regel geldt echter niet voor boerderijen met ommuurde binnenplaats zoals deze in Limburg voorkomen.
Het al dan niet aangegeven van een gebouw is afhankelijk van de omgeving waarin dit gebouw staat. In een gebied met weinig bebouwing wordt elk gebouw aangegeven (vanwege de oriënterende waarde).
In een gebied met drukke bebouwing worden gebouwen kleiner dan 50 m² achter de eerste rij gebouwen gezien vanaf de ontsluitingsweg niet opgenomen.
Boothuizen worden als gebouw ingewonnen.
Op een volkstuincomplex worden de gebouwen gegeneraliseerd weergegeven.
Een kas wordt aangegeven als een gebouw van het type kas, warenhuis, indien groter dan 200 m².
Hooibergen worden niet opgenomen. Echter wordt een carport, al dan niet vrijstaand, wel opgenomen.
Bij een steeg (nauwe straat binnen bebouwd gebied, smaller dan 2 meter) wordt de weg als vlak i.p.v. als lijn ingewonnen en worden de gebouwen vertekend opgenomen.
De torens van een stormvloedkering worden als gebouw ingewonnen.
Een tribune die een geheel vormt met de bebouwing wordt als gebouw ingewonnen.
Voor bestaande bebouwing gelden, in tegenstelling tot nieuw in te winnen gebouwen, afwijkende inwinregels. Kleinere mutaties in de vorm van het gebouw, zoals een aanbouw of carport, worden bij de actualisering genegeerd. Deze regel is geïntroduceerd vanwege het gebruik van de TOP10NL gebouwen door het CBS en nu nog actief vanwege de komst van de BAG als bron voor de gebouwen in TOP10NL.
Drijvende bebouwing met het voorkomen van een huis en met een permanente (flexibele) verankering (waterwoning) wordt aangegeven als normale bebouwing. Het onderliggende waterdeel wordt overkluisd gegeven. Woonboten worden, ongeacht de verschijningsvorm, niet aangegeven.
Loopstallen ten behoeve van stalling van rundvee (ook wel ligboxenstal genoemd), zowel voorkomend met een open als een gesloten (dak)constructie worden als gebouw ingewonnen.
Op een volkstuincomplex worden de gebouwen gegeneraliseerd weergegeven.