type
zie ook
subklasse van
definitie
voorkeurslabel
scope opmerking
Regels voor opname
Er is sprake van een tunnel wanneer deze bestaat uit een gesloten kokerconstructie met een in- en een uitgang. Bij overbruggingsdelen zoals bijvoorbeeld een viaduct is er altijd sprake van een afzonderlijk dek dat op een bak en/of pijlers rust.
De buitenste begrenzing van tunneldelen ligt onder het maaiveld en is niet zichtbaar. Opname daarvan in de BGT gebeurt aan de hand van beschikbare informatie, zoals bouwtekeningen. Dat geldt ook voor de in het tunneldeel gelegen wegdelen.
Interieur van tunnels, zoals (scheidings)muren, trappen, vormen geen BGT-inhoud, omdat dit nadere invulling is van CityGML LOD1 en hoger.
Aandachtspunten
Zichtbare muren enzovoort die de buitenste delen van een tunnel vormen worden in de BGT als muur enzovoort geclassificeerd.
Relatieve hoogte
De relatieve hoogte van tunneldelen bedraagt altijd < 0. In tunneldelen ligt of liggen altijd één of meer wegdelen. Deze wegdelen bezitten dezelfde aanduiding voor relatieve hoogte als het tunneldeel waarin zij liggen.