bos: loofbos
onderdeel
heeft type landgebruik
bos: loofbos
type
aanmerking
label
definitie
voorkeurslabel
scope opmerking
Inwinningscriteria
Minimumpercentage loofbomen: 90%. Bij dit percentage worden het eventueel aanwezige onderhout en smalle stroken loof- en of naaldbos gelegen naast of als uitloper van het bos buiten beschouwing gelaten.
Minimumoppervlakte voor het logisch geheel van bospartijen op erven en in bebouwd gebied: 1000 m².
Minimumlengte en -breedte voor een brede houtrand: 50 meter resp. 3 meter. Minimumoppervlakte in overige gevallen: 50 m².
Een afgebrand bos, kapvlakte, jonge aanplant of bosopslag (spontaan groeiend bos waarvan de begrenzing niet duidelijk kan worden onderscheiden) wordt behandeld als bos. Een smalle strook loof- en/of naaldhout gelegen naast of als uitloper van een bos wordt geacht tot dit bos te behoren.
In een groot deel van de bossen worden bospaden ontoegankelijk gemaakt t.b.v. het wild door er greppels te graven, er bomen/takken neer te leggen of zandbergen op te werpen. Deze paden worden bij het bos getrokken.
Een heg op een wal (houtwal) wordt niet als inrichtingselement van het type ‘heg, haag’ ingewonnen, maar als bos (geen griend).
Een terrein, volgens een regelmatig patroon beplant met populieren zonder een ondergrond van gras wordt opgenomen als loofbos.