Wegdeel
first
class
extra type
Wegdeel
bron
type
aanmerking
isDefinedBy
label
subklasse van
definitie
voorkeurslabel
scope opmerking
Inwinningscriteria
Een weg smaller dan 2 meter wordt aangegeven als een lijnobject samenvallend met het midden van de weg. Een weg breder dan 2 meter wordt aangegeven als een vlakobject, waarvan de contouren worden aangegeven, samenvallend met de kant van de verharding van een verharde weg c.q. de berijdbare strook van een onverharde weg.
Een berm smaller dan 6 meter zonder bebouwing, talud of brede houtrand wordt bij het wegdeel getrokken als de berm begrensd wordt door een waterloop, bebouwd oppervlak of een andere weg (uitgezonderd een rijwielpad smaller dan 2 meter). Een berm met talud wordt ongeacht de breedte als terrein met reliëf opgenomen.
Niet-openbare wegen op een circuit, wegen van een kartbaan, tankbanen (niet gelegen in een zandvlakte), wegen op een vliegveld/luchthaven (niet zijnde startbaan, landingsbaan, rolbaan of platform) en wegen op een volkstuincomplex worden opgenomen als wegdeel met als type weg en hoofdverkeersgebruik ‘overig’.
Wegen van een crossbaan gelegen in een bos worden altijd opgenomen als wegdeel met als type wegen hoofdverkeersgebruik ‘overig’ en verhardingstype ‘onverhard’. Wegen van een crossbaan buiten een bos worden alleen ingewonnen als de crossbaan meer dan 10.000 m² groot is. Bij andere crossbanen worden de wegen niet opgenomen.
Minimumlengte van op- en afritten van een dijk: 100 meter.
Er wordt geen verbinding gemaakt tussen wegen die op een erf uitkomen, maar openbare wegen die via het erf lopen worden wel opgenomen.
Een weg uitsluitend bestemd voor voetgangers rondom een sportveld wordt niet ingewonnen. Een weg uitsluitend bestemd voor voetgangers als toegangspad of gemeenschappelijk pad rond huizen, huizenrijen, flatgebouwen en dergelijke wordt niet opgenomen.
De wegen op een fruitkwekerij worden gegeneraliseerd weergegeven.
De toe- en uitrit van een tankstation of verzorgingsplaats wordt altijd opgenomen als lokale weg met een breedte van 4 tot 7 meter.
Een trap, hemelsbreed langer dan 100 meter wordt aangegeven als wegdeel met hoofdverkeersgebruik ‘voetgangers’ en breedteklasse ‘< 2 meter’. Een trap, hemelsbreed korter dan 100 meter, wordt niet aangegeven, tenzij het onderdeel is van een voetpad smaller dan 2 meter. Een trap gelegen in een voetgangersgebied wordt niet apart aangegeven.
Een steeg (nauwe straat binnen bebouwd gebied, smaller dan 2 meter) wordt als vlak ingewonnen waarbij de aanliggende gebouwen vertekend worden.
Een wisselstrook krijgt dezelfde attribuutwaarden als de rest van de weg.